06 juni 2025

Lief zijn voor jezelf is niet altijd leuk

In mijn werk met jongeren is zelfliefde regelmatig onderwerp van gesprek. Al noemen we het zelden zo. We hebben het over stoppen met jezelf saboteren. Over verantwoordelijkheid nemen voor je eigen herstel. Over keuzes maken die goed voor je zijn, ook als je er op dat moment geen zin in hebt. En dat is moeilijk. Niet alleen voor hen. Ook voor mij.

Zo werd ik laatst gevraagd om een praatje te houden over zelfliefde, op een avond over mentale gezondheid. Twintig minuten mocht ik vullen. Over hoe belangrijk het is om goed voor jezelf te zorgen. Om zacht te zijn voor jezelf, en compassie te hebben als je struikelt.

Ik had me goed voorbereid. Mooie metaforen, rake zinnen, zelfs een oefening om het interactief te maken. Ik print het uit en ga op weg. Eenmaal aangekomen kom ik erachter dat ik mijn blaadje thuis heb laten liggen... dan maar spieken vanaf mijn laptop.

Ik heb het niet goed in de vingers. Ik moet te vaak kijken op mijn scherm, dat ook nog een keer op zwart springt vanwege de spaarstand. Het loopt niet. De samenhang ontbreekt, de bruggetjes zijn onhandig, de oefening verloopt chaotisch.

Na afloop voelde ik me slecht. Ontevreden. Wat krachtig en raak had moeten zijn, voelt als een slordige middelbare school spreekbeurt. En ineens kwam die stem: “Je hebt het verprutst. Je moet dit beter kunnen. Je noemt dit inspirerend? Wie ben jij om over zelfliefde te praten?”

Ik geloofde dat allemaal. Ik ging naar huis met gebogen schouders.

Daar zat ik dan, na een presentatie over zelfliefde, mezelf volledig af te branden. En het sausje van ironie dat over de situatie lag maakte mijn zelfveroordeling alleen maar scherper.

Het is makkelijk om te praten over zelfliefde, zelfcompassie en zelfzorg. Maar veel moeilijker om het zelf toe te passen. Zeker op de momenten dat je het het hardst nodig hebt.

En toch sta ik daar dan te vertellen over het belang van mildheid. Over hoe je vriendelijker mag zijn voor jezelf. Over hoe zelfliefde geen gevoel is, maar gedrag. Een waarde die je moet uitdragen en meenemen in je keuzes. Iets dat je doet. En ik geloof dat ook echt.

Ik weet dat zelfliefde, zelfcompassie en zelfzorg niet hetzelfde zijn. In de theorie* ziet het er ongeveer zo uit:

  • Zelfliefde is: de overtuiging dat je het waard bent om goed voor te zorgen.
  • Zelfcompassie is: hoe je met jezelf omgaat als het tegenzit. Mildheid naar jezelf als dingen niet lukken. Je bent ook maar een mens.
  • Zelfzorg is: wat je dan doet. Hoe je die waarden vertaalt in keuzes en gedrag.

Zelfzorg is dus niet jezelf verwennen of “doen wat goed voelt”. Soms is het juist het tegenovergestelde. Welke ouder heeft meer liefde voor z’n kinderen, diegene die ze pusht om hun groente op te eten, en ze al tegenspartelend meesleep naar de tandarts, of de ouder die ze laat eten wat ze willen en de tandarts laat zitten omdat dat “niet leuk” is?

Of neem het voorbeeld van een huisdier dat naar de dierenarts moet. Wie dat ooit heeft meegemaakt, weet hoe heftig een dier zich kan verzetten. Dat je het in een reismand moet dwingen, terwijl het piept of gromt of zich schrap zet. En dat je het liefst zou zeggen: “Ik weet dat je dit stom vindt, maar dit is voor je bestwil. Het moet even, om je beter te maken.”

Bij zelfzorg is het net zo. Alleen ben je dan én het baasje, én het huisdier. Jezelf bij kop en kont pakken terwijl je tegelijkertijd spartelt en piept. Dat is geen zacht, wollig proces. Dat is innerlijk rukken en trekken. Maar het is óók liefde.

Jongeren met wie ik spreek worstelen daar dagelijks mee. Niet alleen met het toelaten van die mildheid, maar ook met de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Ze willen ergens wel, maar weten niet hoe. Of vinden zichzelf het niet waard om het te proberen. En als ik eerlijk ben: ik herken dat. Ik ben er zelf geen haar beter in op zo'n moment.

Zelfliefde is niet een verlichte staat van zijn, die je bereikt en automatisch vasthoudt. Het is een vaardigheid die je kan aanleren, maar ook weer afleren als je het niet bijhoudt. En het gekke is: ik weet wat ervoor nodig is.

Maar weten is iets anders dan kunnen. En kunnen is iets anders dan doen.

En daar begint het misschien echt: niet met overtuiging, maar met herhaling. Blijven oefenen in mildheid. Niet omdat je het goed doet, maar omdat je durft op te krabbelen vanaf de plek waar je net nog viel — ook als dat precies is waar je anderen voor probeerde te waarschuwen.

En dan weer doorgaan.

(*Vrij en versimpeld vertaald vanuit Kristin Neff's model of self-compassion)

P.S.
Wil je oefenen met zelfliefde? Schrijf op wat je tegen jezelf zegt als je gefaald hebt. En schrijf daaronder wat je tegen een goede vriend zou zeggen in diezelfde situatie. De kans is groot dat dat niet hetzelfde klinkt. En als dat zo is, weet je dat je iets te oefenen hebt. Soms helpt het daarbij om gewoon te doen alsof: jezelf behandelen alsof je veel zelfcompassie hebt, ook als dat gevoel er niet is. Bedenk: Wat zou iemand met zelfliefde nu doen? Wat zou zo iemand tegen zichzelf zeggen?

Paul Kreemers
In zijn columns Poten in de klei neemt Paul Kreemers je mee in de dagelijkse realiteit van zijn werk bij Brijder Jeugd en Jongereninloop De Pitstop.
 Als projectleider richt hij zich op de zorginhoudelijke en organisatorische ontwikkeling van het project, met als doel jongeren met complexe problematiek de begeleiding te bieden die hen verder helpt.

Lees hier de eerdere columns van Paul:

Preventie en voorlichting

Hulp voor familie en naasten