22 mei 2025

Zorgen voor de toekomst

Het Medisch Sociaal Centrum (MSC) van Brijder bestaat 25 jaar. Dagelijks komen zo’n vijftig cliënten naar de locatie om onder toezicht heroïne te gebruiken. Wat ooit begon als een initiatief gericht op schadebeperking, is uitgegroeid tot een bijzondere en effectieve vorm van behandeling. Maar hoe gaat het MSC verder? In deel drie van dit drieluik spreken we Esther Lageweg, al jaren betrokken bij de medische heroïne-units, over de toekomst en de nieuwe uitdagingen waar we voor staan. 

Van schadebeperking naar volwaardige behandeling 

"Het MSC begon ooit vanuit harm reduction," vertelt Esther. "Het doel was om de schade voor gebruikers te beperken. Bijkomend voordeel bleek de afname van overlast in de stad. Inmiddels is het veel meer dan dat. We bieden een serieuze, gestructureerde behandeling die mensen stabiliteit geeft." In Nederland zijn nu zestien medische heroïne-units. Via landelijk overleg bezoeken teams elkaar om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.  

Blik op de toekomst: groot onderzoek gestart 

Recent is in opdracht van Verslavingskunde Nederland een landelijk onderzoek gestart naar de toekomst van de medische heroïnebehandeling. Esther is daar nauw bij betrokken. "We brengen in kaart hoeveel cliënten er zijn, of er groepen zijn die we nu missen, hoe de financiering is geregeld en hoe toekomstbestendig deze zorgvorm is," vertelt ze. Eind 2025 worden de resultaten verwacht. 

Een eerste analyse laat zien dat het aantal cliënten de afgelopen jaren nauwelijks is veranderd. "Er werd vaak gedacht dat het aantal cliënten zou dalen, maar dat zien we niet terug in de cijfers. Wat we wel merken, is dat de groep ouder wordt. Ze zijn minder mobiel en komen minder vaak per dag naar het centrum. Vaak gebruiken ze daarom extra methadon om de tijd te overbruggen." 

Vergrijzing vraagt om nieuwe oplossingen 

De vergrijzing onder de cliënten stelt het MSC voor nieuwe vragen. Een onderwerp waar voorzichtig over gesproken wordt, is de mogelijkheid van 'take-home heroïne'. 

Een paar jaar geleden was het idee om heroïne mee naar huis te geven nog onbespreekbaar

 

"Nu wordt er anders naar gekeken, men staat open voor het gesprek hierover. Als het ooit zover komt, zal dat onder strenge voorwaarden gebeuren en zal het zeker niet voor iedereen geschikt zijn. Maar het kan misschien helpen om de zorg beter aan te passen aan de behoeften van oudere cliënten." 

Heroïne als medicijn 

Heroïne wordt vaak anders bekeken dan andere opiaten zoals oxycodon en fentanyl, die wél algemeen geaccepteerd zijn als pijnstillers. "In feite hoort heroïne in hetzelfde rijtje thuis," legt Esther uit. "Maar door het imago dat heroïne jarenlang heeft gehad, is dat lastig te zien. Dat maakt maatschappelijke acceptatie van medische heroïnebehandeling soms nog steeds een uitdaging." 

Het idee van take-home heroïne roept zowel hoop als zorgen op. Enerzijds kan het bijdragen aan een gecontroleerde en veilige omgeving voor gebruikers, vergelijkbaar met opiaten zoals fentanyl en oxycodon. Anderzijds blijft strikte controle essentieel, zoals Esther benadrukt, om misbruik en risico’s te voorkomen. Het blijft een delicaat evenwicht tussen hulpverlening en veiligheid." 

Bereiken we iedereen die hulp nodig heeft? 

Naast de huidige cliënten kijkt het onderzoek ook naar mensen die nu buiten de boot vallen. "We willen weten of er groepen zijn die baat zouden hebben bij deze behandeling, maar nu niet binnen de criteria passen," legt Esther uit. 

Een voorbeeld zijn arbeidsmigranten. "Zij vallen vaak af vanwege hun woon- of verblijfstatus. Misschien moeten we opnieuw kijken naar de eisen die we stellen. Het zou zonde zijn als mensen die echt geholpen kunnen worden, buiten beeld blijven." 

Middelengebruik verandert met de tijd 

Volgens Esther hangen veranderingen in middelengebruik vaak samen met ontwikkelingen in de samenleving. "In de jaren '60 was cannabis populair, in de jaren '70 heroïne, en in de jaren '90 zag je cocaïne weer opkomen. Nu zien we een sterke toename in het gebruik van voorgeschreven middelen zoals oxycodon en fentanyl." 

Daarmee komen nieuwe risico’s in beeld. "We zien steeds meer pijnpoli’s binnen de verslavingszorg ontstaan. Dat vraagt van ons dat we blijven meebewegen en vooruitkijken." 

Financiering onder druk 

Naast inhoudelijke veranderingen spelen ook financiële zorgen een rol. Vanaf 2026 krijgen gemeenten te maken met een korting van 10% op de SPUK-gelden, de middelen die ingezet worden voor kwetsbare groepen. 

"Dat heeft waarschijnlijk ook gevolgen voor de medische heroïne-units," zegt Esther. "Daarom is het zo belangrijk dat we nu goed in beeld brengen hoe waardevol deze zorg is." 

Een wens voor de toekomst 

Esther sluit af met een persoonlijke wens: "Ik hoop dat er in de toekomst iets ontwikkeld wordt dat dezelfde rust en verlichting geeft als heroïne, maar dan zonder de verslavende werking en schadelijke gevolgen. Dat zou voor onze cliënten echt een groot verschil maken." 

Lees hier deel 1 en 2 in deze interviewreeks: 

Eve: Van heroïneverslaving naar houvast

Peter Blanken: Het begin van iets bijzonders

Preventie en voorlichting

Hulp voor familie en naasten