Algemeen paginakop met kruimelpad zonder CTA

Hoe herken je een rookverslaving?

Hoe herken je een rookverslaving?

Een nicotineverslaving ontstaat geleidelijk, maar in vergelijking met andere middelen raak je vrij snel verslaafd aan nicotine. Maar wanneer ben je een gelegenheidsroker en wanneer ben je echt afhankelijk? 

Symptomen van nicotineverslaving 

  • Je hebt het gevoel roken nodig te hebben 
  • Je denkt dat je beter functioneert als je gerookt hebt 
  • Als je niet rookt dan krijg je ontwenningsverschijnselen, zoals onrust of angst 
  • Je hebt vaker geprobeerd te stoppen met roken, zonder succes 

Lichamelijke klachten door roken of vapen

De 3 meest schadelijke stoffen in tabak zijn nicotine, kooldioxide en teer. Deze stoffen geven op korte termijn al klachten. Nicotine zorgt voor een versnelde hartslag en een hogere bloeddruk. Het kan de bloedvaten beschadigen en vernauwen. Koolmonoxide verdringt zuurstof uit het bloed. Je merkt dit vooral aan een slechtere conditie en vermoeidheid. Teer veroorzaakt een rokershoest. In e-sigaretten of vapes zitten, naast nicotine, ook schadelijke stoffen als propyleenglycol, glycerol en aldehyden. 

Op langere termijn zorgt roken voor een hogere kans op: 

  • verschillende soorten kanker 
  • hart- en vaatziekten 
  • longziekten 
  • een beroerte 
  • bepaalde oogziekten 

Ontwenningsverschijnselen bij stoppen met roken 

Als je stopt met roken ervaar je afkickverschijnselen. Mogelijk krijg je last van: 

  • spanning 
  • onrust 
  • prikkelbaarheid 
  • slapeloosheid 
  • angst 
  • concentratieproblemen 
  • zweten 
  • benauwd 
  • hoofdpijn 
  • hoestbuien 
  • maag- en darmstoornissen 
  • gewichtstoename 

De meeste lichamelijke ontwenningsverschijnselen doen zich voor in de eerste periode als je net bent gestopt. Geestelijke ontwenningsverschijnselen duren langer. 

Ben je een verslaafde of heb je een verslaving?

Ben je een verslaafde of heb je een verslaving?

Het valt je misschien op dat Brijder het woord ‘verslaafde’ niet gebruikt. Wij spreken liever over ‘mensen met een verslaving’. Dat lijkt misschien een klein verschil, maar de woorden die we kiezen hebben impact. Aan de term ‘verslaafde’ kleven allerlei negatieve associaties, zoals: het is je eigen schuld of je doet het jezelf aan. Dat is heel onterecht. Verslaafd zijn is heel naar en het kan iedereen gebeuren. Het goede nieuws is: je kunt er met hulp ook bovenop komen. We willen mensen aanmoedigen om die stap te zetten. Daarom kiezen we neutrale woorden als we over verslaving praten.